dinsdag 24 februari 2015

Veertjes





Een paar jaar geleden werd ik Plus-abonnee. Ik kreeg nog net geen geld toe, maar werd overstelpt met cadeaus. Allerlei extra bijlagen, een Geldgids en als klap op de vuurpijl: een litsjumeaux dekbedovertrek. Ik had er wel een plaatje van gezien in het blad, maar toen ik hem daadwerkelijk kreeg, bleek het een domper. Erger nog, ik kreeg akelige associaties bij het zien van het grijze overtrek dat gedessineerd was met donzige veertjes. Ik zag mezelf in een kamertje in een bejaardentehuis als grijs, witharig vrouwtje met knokige handjes de bovenrand van het dek omklemmend. Brrr. Ik houd nu eenmaal van kleur, ook in de slaapkamer. Gezellige streepjes, een effen donkerrood overtrek, de lentebloemetjes van Ikea: ik kan wel echt blij worden van een mooi opgemaakt bed.

Ik besloot het dekbedovertrek te laten voor wat het was en bij geval eens iemand cadeau te geven. Maar dat stuitte meteen op het volgende probleem: aan wie? Ik bood het aan mijn Franse schoonzus aan, zij schudde bedenkelijk van nee. Ook aan andere vriendinnen kon ik het niet slijten, ik bleek niet de enige met deze morbide associatie!  ’Wil je me dood hebben,’ was nog misschien wel de vriendelijkste afwijzing.  ‘Misschien kun je ’t verven,’ stelde een creatieve collega me voor (ik had het overtrek ten einde raad meegenomen naar de zaak om er daar iemand blij mee te maken). Dat nam ik in overweging, maar toen ik had gezien hoeveel verpakkinkjes verf ik dan nodig had besloot ik van dat idee af te stappen.


Inmiddels  was het overtrek al half Europa door gereisd. Het was mooi geweest. Bij de volgende lading voor het Goed zat een nagelnieuw dekbedovertrek. ‘Wat een fleurig motiefje!’ riep de behulpzame employee gemeen. ‘Slaap lekker!’ riep ik hem toe. Ik was ervan bevrijd en voelde me zo licht als een veertje.